Vegebe, via diepvriesgroenten geëvolueerd tot de stem van de Belgische groente- en fruitverwerkende nijverheid.
Het waren de Amerikanen die zich als eersten bezighielden met de methode van levensmiddelenconservering waarbij snelle, tot de kern gaande bevriezing wordt toegepast. Bacteriën en andere levende organismen, die zich in eetwaren ophouden en bederf veroorzaken, worden door het proces niet gedood, maar tot stilstand gebracht, letterlijk 'bevroren'.
Ons land maakte voor het eerst kennis met deze vriestechniek toen de Duitsers tijdens WO II een aantal diepvriesinstallaties bouwden voor groenten en fruit. Het duurde echter tot in de jaren '50 vooraleer de eerste diepvriesproducten van Belgische makelij opdoken. De grote expansie kwam er in ons land tien jaar later onder impuls van enkele grote merken en met de medewerking van de groeiende supermarktketens. Al gauw ontstond een kern van familiale diepvriesbedrijven in de Belgische groentestreek, Zuid- West-Vlaanderen waarvan de meeste bedrijven geconcentreerd liggen in de regio Roeselare. Het verhaal vangt aan in 1965 met een eerste bedrijf dat overgaat tot de productie van diepgevroren groenten. Sindsdien is het aantal diepvriesgroentebedrijven aangegroeid tot 12. Samen zijn zij verantwoordelijk voor meer dan een kwart van de Europese productie van diepgevroren groenten. Al deze ondernemingen kenmerken zich door een familiale structuur die aan de basis ligt van hun oprichting, en een sterke band met de landbouw. Immers, deze sector evolueerde vanuit het landbouwmilieu en de groothandel van groenten.
Het overgrote deel van de aanvoer van grondstof voor de diepvriesgroentesector wordt verzekerd door contractteelt. De rest wordt aangekocht via de gespecialiseerde groothandel. Erwten, bonen en wortelen omvatten het leeuwenaandeel van de productie. Daarnaast blijven ook bloemkool, spinazie en spruitkool van groot belang. Jaarlijks bedraagt de totale productie aan diepgevroren groenten bijna 800.000 ton.
De enorme expansie van de sector werd in de eerste plaats mogelijk gemaakt door de stijgende vraag van de consument naar verfijning en variatie binnen zijn voedingspatroon. Daarnaast speelden natuurlijk ook de investeringszin van de (overwegend familiaal georganiseerde) bedrijven en het voor handen zijn van grondstof een belangrijke rol.
De realisatie van een Europese interne markt met 27 lidstaten en de handelsakkoorden met derde landen blijken van enorm belang te zijn voor deze sector, immers 90% van de productie is bestemd voor de uitvoer.
In 1980 bundelen de individuele bedrijven zich in het Verbond van Groenteverwerkende Bedrijven (Vegebe). 17 jaar later wordt deze organisatie vervoegd door de VIGEX, de federatie van de groothandelaars in groenten en verhuist het secretariaat van Roeselare naar Brussel.
Begin van de jaren 2000 verhuist Vegebe naar Lokeren, waar samen met Belgapom, de Belgische aardappelhandel en verwerking en Fresh Trade Belgium, de in- en uitvoerders van verse groenten en fruit in een gemeenschappelijk FVPhouse de activiteiten van het secretariaat werden ondergebracht. De sociale zetel van de federatie bleef evenwel in Brussel.
In 2000 sloten ook de groenteconservenbedrijven zich aan bij Vegebe. Het conserveren van voeding in glas en blik na sterilisatie gaat terug naar een Franse uitvinding uit het begin van de 19de eeuw, die vooral voor militaire doeleinden verder werd ontwikkeld.
De conserventechniek verhoogde de bewaring van voedingswaren, waaronder groenten, en een grotere beschikbaarheid gedurende het ganse jaar. Net als de diepvriesgroenten kan de conservensector de groenten in een bewaarproces brengen op het toppunt van hun versheid. Immers het is bekend dat tuinverse groenten zeer snel aan vitaminegehalte en voedingswaarde inboeten.
Deze industrie met een rijke traditie in (West-)Vlaanderen met als vlaggenschip Marie Thumas, diende zich in de jaren 80 te herstructureren. In West-Vlaanderen werd hun plaats ingenomen door de nieuwe diepvriesgroentesector. Op vandaag blijft de groenteconservensector actief in de Kempen en Limburg, waarbij naast de traditionele groenteconserven ook nieuwe producten ontwikkeld worden.
Vanaf 2008 hebben ook de versnijderijen van groenten en fruit zich in de schoot van Vegebe genesteld. Deze sector bestaat overwegend uit familiale KMO's met agrarische wortels, die een antwoord bieden op de vraag van de consument naar verse convenience producten. Voor de versnijderijen, die werken met een kortere bewaartermijn van hun eindproduct, is vooral de binnenlandse markt van belang. Convenience is zowel voor de retail als de catering het kernwoord voor dit jong product, dat aan een snelle opmars werkt.